Bij het solliciteren naar een nieuwe baan ontstaat er een hechte werkrelatie tussen de nieuwkomer en de baas, waarbij meningsverschillen en mogelijk zelfs conflicten tussen laatstgenoemde kunnen ontstaan.
Natuurlijk ontstaat een groot deel van de conflicten over de onvoldoende, vanuit het oogpunt van ondergeschikten, beloning voor hun werk, evenals verschillende obstakels voor de loopbaangroei van individuele, vooral ambitieuze teamleden. Maar er zijn vaak gevallen van manifestatie van minder triviale interesses: wanneer, bijvoorbeeld, voor een jonge werknemer de belangrijkste stimulans voor werk de wens is om zichzelf te bewijzen, zijn zelfrespect te vergroten, goed om te gaan met de taak die voor hem ligt, wat is belangrijk voor een gemeenschappelijk doel en draagt daarmee bij aan de voortgang van het team als geheel.
Zo'n medewerker benadert de vervulling van de hem gegeven taak meestal creatief, probeert de meest optimale manieren te vinden om deze op te lossen. Bovendien heeft hij een uitgesproken gevoel voor individualiteit, terwijl hij vaak wordt geconfronteerd met het feit dat:
1) het hem aangeboden werkgebied is helemaal niet zo belangrijk voor de organisatie als geheel;
2) de technieken voor het voltooien van de taak die hem door zijn superieuren worden aanbevolen, zijn niet effectief;
3) ondanks dat hij er alles aan doet, uiten de bazen hun ongenoegen en eisen ze steeds meer efficiëntie;
4) de directie acht zich gerechtigd opmerkingen van persoonlijke aard te maken en tracht ook het gedrag van de werknemer buiten de werkuren te sturen.
In deze situatie komt de groei van tegenstellingen, die tot conflicten kunnen leiden, voort uit zowel objectieve als subjectieve redenen. De ineffectiviteit van het werk dat door de werknemer wordt onthuld, kan worden geassocieerd met echte tekortkomingen in de organisatie van het werk in dit team; de weigering van het management om voorstellen ter verbetering van het arbeidsproces in overweging te nemen, spreekt van conservatisme; het enthousiasme van de werknemer veroorzaakt misverstanden en zelfs afkeuring van collega's, die de enige stimulans zien voor werk met een hoog inkomen, en ook gewend zijn aan de constante controle van de manager.
Als een team bijvoorbeeld een "familie"-karakter van relaties heeft ontwikkeld, wanneer de leider, naast zijn directe taak om het werk van de organisatie te regelen, de functies van een spirituele "mentor" op zich neemt, veroorzaakt dit afwijzing van de werknemer die dergelijk gedrag als een aantasting van zijn persoonlijke leven beschouwt.