In het oude Griekenland werd het vermogen om een gesprek te voeren, een standpunt te verdedigen en tegenstanders te overtuigen zeer gewaardeerd. Het is geen toeval dat veel van de termen die verband houden met de kunst van het argumenteren en polemiek van Griekse oorsprong zijn. Een van die termen is eristiek. Wat is het?
Waar komt het woord "eristiek" vandaan?
Vertaald uit de oude Griekse taal, betekent "eristics tehne" "de kunst van het argumenteren", en "eristikos" betekent "ruzie". Dat wil zeggen, eristiek is het vermogen om te argumenteren, om geschillen met tegenstanders te voeren.
Het lijkt erop dat er niets mis is met een dergelijke definitie, omdat iedereen het recht heeft op zijn standpunt, overtuigingen en bijgevolg het recht om te discussiëren over elke kwestie die hem interesseert. De grote wetenschapper en filosoof Aristoteles keurde eristiek echter af en noemde het de kunst van het op oneerlijke wijze argumenteren. Waarom?
Het feit is dat aanvankelijk de aanhangers van eristieken hun hoofddoel stelden om de overwinning in het geschil te behalen, de tegenstander te overtuigen van het gewicht van hun argumenten, maar in de loop van de tijd is hun gedrag volledig veranderd. Nu probeerden ze niet zozeer de tegenstander ervan te overtuigen dat ze gelijk hadden (wat begrijpelijk en natuurlijk is), maar om op welke manier dan ook de overwinning te behalen, ongeacht wiens argumenten, argumenten plausibeler lijken. Tegelijkertijd minachtten ze zelfs niet onwaardige methoden: liegen, een argument voeren met een verhoogde stem, persoonlijk worden.
Het is geen toeval dat het woord "eristikos" niet alleen "ruzie", maar ook "chagrijnig" betekent.
De desintegratie van eristiek in dialectiek en sofisterij
Geleidelijk aan kwamen er twee filosofische richtingen voort uit de eristiek: dialectiek en sofisme. De term "dialectiek" werd voor het eerst gebruikt door de beroemde filosoof Socrates, die het gebruikte om te verwijzen naar de kunst om tegenstanders van hun gelijk te overtuigen door een algemene bespreking van de kwestie, het probleem en een zorgvuldige overweging van alle argumenten, rekening houdend met de standpunten van elk van de partijen.
"Sofisterij" betekende het behalen van de overwinning in een geschil door argumenten te gebruiken, uitspraken die absurd lijken en alle wetten van de logica schenden, maar met een oppervlakkige, haastige overweging misschien waar lijken.
Aristoteles stelde eristiek eigenlijk gelijk aan sofisterij.
Een verdere ontwikkeling van Aristoteles' opvattingen over dit probleem waren de werken van Arthur Schopenhauer. Deze beroemde filosoof noemde eristiek spiritueel zwaardvechten met als enig doel gelijk te blijven.
Op dit moment kan demagogie worden beschouwd als het meest vergelijkbaar met eristiek. Het basisdoel van de demagoog is immers precies hetzelfde: overtuigen van zijn gerechtigheid, niet het minachten van leugens en andere onwaardige methoden.