Onder uitstelgedrag is het gebruikelijk om een toestand te begrijpen waarin een persoon er de voorkeur aan geeft een passieve levensstijl te leiden en inactief te zijn, hoewel de heersende omstandigheden en omstandigheden hem letterlijk dwingen om actief te zijn. Waarom is er een neiging tot uitstelgedrag, wat zijn de oorzaken?
Faalangst. Angst is in principe een heel sterk gevoel. In sommige gevallen kan het de motivatie verhogen en actie forceren, in andere gevallen vernietigt angst alle ambities en krachten in een persoon. Uitstelgedrag komt vaak voor wanneer een persoon bang is om een herhaling van een negatieve situatie onder ogen te zien, om nog meer negatieve ervaringen op te doen. Als iemand bijvoorbeeld ooit een slechte presentatie op het werk heeft voorbereid en faalt, kan deze gebeurtenis lange tijd in het geheugen worden geprent en gepaard gaan met de angst dat zoiets opnieuw zal gebeuren. Daarom zal de volgende keer dat een persoon voor een vergelijkbare taak staat, een beschermend mechanisme in de vorm van uitstel worden ingeschakeld. Faalangst is ook typisch voor mensen met het excellente studentensyndroom, voor perfectionisten, voor degenen die geneigd zijn tot zelfbeschuldiging en zelfkastijding.
Gebrek aan duidelijke motivatie. Voor de hoogwaardige uitvoering van elk bedrijf en elke opdracht moet je interne motivatie hebben. Of een externe prikkel die je tot actie dwingt. In de vorm van intrinsieke motivatie kan een wens om je te ontwikkelen of een wens om je te onderscheiden van de rest van het werk/educatieve team optreden. Als externe stimulans wordt motivatie vaak aangewakkerd, bijvoorbeeld door contante bonussen. Als een persoon zich in omstandigheden bevindt waarin zijn intrinsieke motivatie naar nul neigt, en de externe stimulus nooit werkt, dan neemt de neiging tot uitstel vele malen toe.
Gebrek aan ervaring. Dit moment kan weer nauw worden geassocieerd met angsten. Als een persoon niet verschilt in ervaring in het bedrijf dat voor hem staat, dan is het zeer waarschijnlijk dat passiviteit en passiviteit op de voorgrond treden. De angst om het niet aan te kunnen, beschaamd te zijn vanwege een gebrek aan vaardigheden en capaciteiten, voedt de neiging tot uitstel zeer sterk.
Banale terughoudendheid. De aanwezigheid van verlangen (of onwil) hangt vaak af van hoe snel en succesvol een persoon omgaat met de toegewezen taken. Als het innerlijke protest te sterk is, wordt ook de neiging om op elk geschikt moment uit te stellen sterk. In dit geval ontstaat een dergelijk resultaat omdat de hersenen gericht zijn op het behoud van interne hulpbronnen, energie, kracht, en aangezien de bestaande taak geen nieuwsgierigheid opwekt, moet u er geen tijd aan verspillen.
Gebrek aan verantwoordelijkheid. Onverantwoordelijke mensen, zij die niet volledig begrijpen wat de gevolgen van passiviteit kunnen zijn, zijn vatbaarder voor uitstelgedrag.
Liefde voor deadlines. Er zijn individuen die beter werken, creëren en leren onder zeer barre omstandigheden. Ze stellen alle zaken het liefst uit tot het laatste, stapelen taken op, zodat ze later op een gegeven moment in het proces kunnen duiken. Nadenken over een deadline stimuleert de hersenen, verhoogt de activiteit en het verlangen om iets te doen.
Gebrek aan tijdsbesef. Er zijn veel mensen die een heel slecht gevoel voor tijd hebben. In de regel stellen dergelijke individuen niet alleen vaak uitstelgedrag, maar hebben ze ook de gewoonte om overal en altijd te laat te komen. Het niet plannen van tijd, het niet toewijzen van taken, enzovoort, leidt tot passiviteit en verspilling van middelen.