Moderne psychotherapie kent vele richtingen. Een daarvan is cognitieve gedragstherapie (of cognitieve gedragstherapie). Momenteel wordt dit gebied beschouwd als een van de meest effectieve en veelbelovende.
Kort over de richting
De oprichters van de richting zijn Albert Ellis en Aaron Beck, wiens werken in het midden van de 20e eeuw wijdverbreid en beroemd werden. Het is interessant dat deze twee specialisten hun grotendeels gelijkaardige methodes onafhankelijk van elkaar, zonder samenwerking met elkaar, in ongeveer dezelfde tijd ontwikkelden.
Een onderzoek uit 2007, uitgevoerd door het Canadian Centre for the Study of Mental Problems and Addictions, toonde aan dat CGT zeer effectief is bij het oplossen van veel problemen, helpt om in korte tijd goede resultaten te behalen en door patiënten positief wordt ervaren.
De richting van cognitieve gedragstherapie is gebaseerd op de veronderstelling dat de oorzaak van psychische stoornissen (depressie, fobieën, enz.) van een persoon de interne problemen van de persoonlijkheid zelf zijn: ineffectieve attitudes, overtuigingen, gedachten, oordelen over levenssituaties, over zichzelf en anderen.
Dus veel negatieve gedachten die ongewenste emoties oproepen, verschijnen bij mensen alsof ze automatisch, zonder hun wil. Ook hebben mensen de neiging om in cognitieve schema's, stereotypen, te denken over hoe echte mannen of vrouwen zich wel of niet zouden moeten gedragen. De stereotypen die in de geest van een persoon bestaan, komen niet altijd overeen met de objectieve realiteit en zijn bovendien niet altijd nuttig voor hem.
De essentie van cognitieve gedragstherapie
Tijdens het proces van cognitief-gedragsmatige psychotherapie helpt de therapeut de patiënt om zijn echte diepe overtuigingen te onthullen die hem ongemak bezorgen, die vaak verborgen zijn onder het mom van andere overtuigingen, angsten, obsessies, enz. Om dit te doen kan de therapeut lastige en onverwachte vragen stellen en verschillende therapeutische methoden toepassen.
Daarbij krijgt de cliënt de kans om te zien dat zijn ongewenste reacties op bepaalde situaties een gevolg zijn van zijn overtuigingen, zijn gedachten over de situatie en zijn beoordeling van haar en zichzelf als persoon. En de situatie zelf is misschien helemaal geen probleem.
Er is een soort "herziening" van ideeën over de wereld om ons heen, mensen en zichzelf. Vaak helpt dit op zich al bij het omgaan met angst, depressie, onzekerheid, het vergroten van het gevoel van eigenwaarde, enz. Door van buitenaf hun ineffectieve overtuigingen te zien, kan de cliënt bewust beslissen of hij er verder aan wil vasthouden of ze wil laten varen.
Kenmerkend voor cognitief-gedragspsychotherapie is dat gevoelens, gedachten en gedrag van een persoon worden beschouwd als met elkaar samenhangend en elkaar beïnvloedend. Als je het probleem oplost op het niveau van gedachten, gevoelens en gedrag veranderen onmiddellijk, en bevrijding van beklemmende gevoelens en emoties stelt je in staat om anders te gaan denken.
Bij cognitieve gedragstherapie worden verschillende methoden gebruikt, die voortdurend worden bijgewerkt met nieuwe. Cliënten leren methoden te gebruiken voor het identificeren en corrigeren van automatisch denken, zoals gedachten schrijven en dagboeken, waarden herwaarderen, emoties vervangen, rollen veranderen, alternatieve oorzaken van gedrag identificeren, een actieplan voor de toekomst, etc.