Wat een persoon zegt, is de belichaming van zijn gedachten en gevoelens, en dus van zichzelf. Natuurlijk drukt hij in spraak niet al zijn geheime gedachten uit. En toch kan de manier waarop iemand spreekt en waar hij over begint veel over hem vertellen.
Met behulp van spraak kan een persoon zijn gedachten uiten, aan de gesprekspartner overbrengen wat hij op dit moment voelt, wat zijn gedachten doen, wat zijn ervaringen zijn. De manier van spreken van een persoon kan laten zien wat hij werkelijk is, waar zijn geest mee bezig is, waar hij mee leeft, wat zijn leven beïnvloedt, wat zijn interesses zijn en wat het opleidingsniveau is. De uitspraken van een persoon kunnen vrij eenvoudig worden geanalyseerd en beantwoorden de vraag wie de persoon werkelijk is, wat hij wil en hoe hij leeft.
Niet voor niets verandert de taal van elke nieuwe generatie. Als we de toespraak van een vertegenwoordiger van de 19e eeuw vergelijken met een persoon uit de 20e eeuw, zie je niet alleen een significant verschil in oordelen, maar ook in woorden, uitdrukkingen en de samenstelling van zinnen. Wat voorheen belangrijk was voor mensen verdween geleidelijk uit hun leven en daarmee ook uit de spraak. Woorden als "meneer", "wagenmenner", "koetsier", zo vaak gevonden in de toespraak van vertegenwoordigers van de 19e eeuw, vielen buiten gebruik. Ze werden vervangen door nieuwe woorden, omdat er nieuwe objecten en verschijnselen verschenen, die ze aanduiden. De woorden "kameraad", "chauffeur", "taxichauffeur" zijn ontleend aan andere talen of omgezet van oudere woorden in nieuwe vormen. En in de 21e eeuw werden ze weer vervangen door nieuwe uitdrukkingen, waarbij de vertrouwde betekenis werd gevuld met nieuwe woordvormen. De spraak van een persoon verandert dus voortdurend, wordt gevuld met nieuwe woorden en verwijdert oude.
Historische, politieke gebeurtenissen die in het land plaatsvinden, zijn van groot belang voor het veranderen van spraak. De spraak van een individuele persoon wordt niet alleen beïnvloed door mondiale processen, maar ook door zijn opleidingsniveau en nieuwsgierigheid. De spraak van een kind en een volwassene verschilt opvallend van elkaar. De woordenschat van kinderen wordt aangevuld vanuit de omgeving van het kind - ouders, opvoeders of leraren, vrienden. De spraak van een volwassene is niet alleen gebaseerd op zijn omgeving, maar ook op opleiding en uitgebreide ervaring met communicatie. Een volwassene kan linguïstische vormen variëren, afhankelijk van de situatie veranderen. Dus hij is aanhankelijk en zachtaardig in een familiale omgeving en serieus in de zakelijke sfeer. Daarom verandert zijn toespraak samen met zijn stemming en omstandigheden, is een uitdrukking van zijn ware "ik", zijn positie in relatie tot de mensen om hem heen.
Een persoon drukt misschien niet al zijn gedachten in woorden uit, maar spraak is niet alleen een verzameling woorden en uitdrukkingen. Spraak is ook intonatie, wat niet alleen betekent wat iemand zei, maar ook hoe hij het zei. En dit is ook een weerspiegeling van iemands houding ten opzichte van andere mensen, objecten of gebeurtenissen. Daarom laat een persoon zich op elk moment van een spraakuiting zien, praat over zichzelf en zijn houding ten opzichte van wat er gebeurt, omdat spraak hemzelf is.