Wanneer een persoon 16 jaar oud is, is de kwestie van toewijding zeer acuut, alsof het licht als een wig op hem samenkomt! Een ongepaste lach van een vriend om iemands grap lijkt misschien een verraderlijk verraad…
Leeftijd en toewijding
Inderdaad, op 16-jarige leeftijd wordt loyaliteit meer gewaardeerd dan een zak goud. En dit is heel begrijpelijk vanuit het oogpunt van de psychologie. Op deze leeftijd heeft een tiener een bijzonder sterk verlangen om vrienden in de geest te vinden, deel uit te maken van een sociale groep, zichzelf te uiten, enz.
Na vijf tot tien jaar is de behoefte aan toewijding niet afgenomen. Een persoon wil ook loyale vrienden hebben. Deze toewijding krijgt echter een andere connotatie. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een persoon niet beledigd zal zijn door het feit dat een vriend zijn persoonlijke leven met een ander besprak, in het algemeen is er al een begrip dat dit een vrij algemeen fenomeen is in de samenleving.
Er zijn goede vrienden, nu is het vereist dat de andere helft zich ook aan het raamwerk van trouw houdt: niet vals spelen, niet flirten, niet links en rechts vertellen over geheimen en geheimen. Toewijding is de basis van een relatie. De conclusie over de waarde ervan suggereert zichzelf niet meer, maar valt luid!
Toewijding en geloof
Het is één ding wanneer een persoon loyaliteit van anderen verwacht en zelf probeert beloften niet te breken. Een ander ding is wanneer je loyaal moet zijn aan je principes.
Stel je voor dat je een vriend hebt die vaak in een slecht humeur is. En dat allemaal omdat hij niet helemaal eerlijk hoeft te zijn tegen zijn klanten. Hij verkoopt bijvoorbeeld sportvoeding, die geen kwaliteitsmodel is, en zelfs voor fantastisch geld. De medewerker raakt in paniek, de situatie waarin hij zich bevindt is onprettig, maar er ontstaat een dilemma: een nieuwe werkplek vinden of op de oude plek blijven.
Het blijkt dat in deze situatie het toekomstige leven van een persoon afhangt van toewijding aan iemands overtuigingen.
Een ander ding is wanneer een persoon niet kan worden toegewijd aan zijn belangen. Hij houdt er bijvoorbeeld van om teksten te schrijven, hij moet proberen hoge resultaten te behalen. Maar het werkt op geen enkele manier - de wilskracht liet ons in de steek. En hier roept het gevoel van toewijding om hulp, geweten en ongerechtvaardigde verwachtingen, en alles bij elkaar beginnen ze te knagen aan het bewustzijn van een persoon. Als het gevoel van toewijding echter niet zo sterk ontwikkeld is, zijn er geen consequenties, in principe zal er niets zijn.
Vreemd genoeg is de waarde van een gevoel van betrokkenheid niet te berekenen, maar de gevolgen zijn wel voorstelbaar. De morele toestand van een persoon van verraad tot een gevoel van toewijding wordt verre van positief. En wat kunnen we zeggen over degenen die "geluk" hebben loyaal te zijn. Niet iedereen zal in staat zijn om weer op de been te komen, zichzelf te dwingen weer in andere mensen te geloven.