Je praat met iemand en ineens realiseer je je dat je gesprekspartner liegt. Ogen rennen, glimlachen zijn niet op hun plaats, handen friemelen constant aan de zoom van de trui en de toon van de stem is al verschillende keren veranderd. Hij beantwoordt vragen ontwijkend. Je zou graag zeggen: "Je liegt!", Maar hij zal alleen zijn handen in de lucht steken. Wie zal in zijn plaats bekennen? Er zijn echter verschillende manieren om de leugenaar ertoe te brengen zichzelf naar schoon water te leiden.
instructies:
Stap 1
Stel direct vragen en vang de blik van de leugenaar, hoe hard hij ook probeert de andere kant op te kijken. Hij zal in de war zijn en het zal moeilijker voor hem zijn om zijn eigen excuses te bedenken.
Stap 2
Wees niet bang om luid te twijfelen aan zijn waarachtigheid, maar wend niet tegelijkertijd je ogen af, anders zal je beschuldigde beslissen dat je het niet zeker weet, en dit zal hem alleen maar kracht geven.
Stap 3
Beïnvloed hem psychologisch. Allereerst moeten je gezichtsuitdrukkingen en woorden hem tot onbezonnen uitspraken aanzetten. Hij moet liever niet bang zijn of zijn geduld verliezen, maar gewoon in de war zijn.
Stap 4
Als u zich in een kamer bevindt, neem dan een voordeligere positie in. Als u bijvoorbeeld aan een tafel zit, moet uw stoel hoger zijn. De stoel van de cheater moet lager zijn en verder van de tafel staan.
Stap 5
Plaats hem met zijn rug naar een raam, deur of gangpad. Het is wenselijk dat er af en toe mensen langskomen.
Stap 6
Het licht in de kamer moet gedimd zijn. Je moet in het minst verlichte deel van de kamer zijn.
Stap 7
Stuur uw gesprekspartner een zelfverzekerde blik als u spreekt. Zinnen moeten kort en to the point zijn.
Stap 8
Schend zijn persoonlijke ruimte: ga dicht bij hem staan, je mag zijn schouder aanraken, maar ga niet over grenzen heen.
Stap 9
Sluit je voorstellen af met vragen: "Is dat niet zo?", "Is het niet?", Zodat je niet te kritisch wordt verweten en hierin niet als een hefboom voor druk op je wordt gevonden.
Stap 10
Stel vragen die niet negatief beantwoord kunnen worden, maar laat de beslissing aan de gesprekspartner over. Bijvoorbeeld: "Is het handig voor u om nu of later te spreken?"