Het is gebruikelijk om naar patronen van sociaal gedrag te verwijzen als waarde-normatieve complexen die modellen zijn van acties, wereldbeelden, acties en attitudes van mensen.
Gedragsmodellen worden objectief bepaald door de sociale positie van het individu in het complex van sociale en persoonlijke relaties, d.w.z. weerspiegelen het verwachte gedrag van een persoon met een bepaalde status. Het sociale gedragsmodel is dus een mechanisme van socialisatie en is onderverdeeld in: - status - rol - rolgedrag Sociale status verwijst naar de positie van een persoon in het systeem van interpersoonlijke sensaties, dat zijn vastgestelde rechten en plichten bepaalt Sociale rollen worden gewoonlijk gedragsnormen genoemd, vanwege status, en rolgedrag - het individuele gebruik van een bepaalde rol door een persoon. De belangrijkste factoren die ons in staat stellen modellen van sociaal gedrag te beschrijven zijn: schaal - ruimtelijk en temporele afbakening van gebeurtenissen of de afwezigheid daarvan; formalisering - de aan- of afwezigheid van strikte regels van gevestigde gebeurtenissen; emotionaliteit - aantrekking of verwijdering van de emotionele component van de gebeurtenis; motivatie - focus op persoonlijke of publieke belangen; manier om een rol te krijgen - het krijgen of bereiken van een bepaalde rol De schaal van het model wordt bepaald door het scala aan interpersoonlijke relaties. De relatie tussen de verkoper en de koper wordt dus beperkt door een specifieke reden (aankoop) en hun schaal is klein, en de sociale gedragsmodellen van echtgenoten worden bepaald door zowel formele voorschriften als diverse interpersoonlijke relaties, waardoor hun schaal toeneemt. kan alleen formeel zijn, familierelaties impliceren een hechte relatie, en de relatie tussen een advocaat en een cliënt combineert formele en informele relaties. Motivatie wordt bepaald door de behoeften en motieven van het individu, en het gedragsmodel blijkt afhankelijk te zijn van De manier om een rol te bemachtigen hangt samen met de categorie van onvermijdelijkheid van dit gedragsmodel: de rol van een vrouw, een bejaarde of een jonge man kan problemen veroorzaken bij het matchen, maar niet ontvangen, terwijl de rol van een student of professor kan alleen worden verkregen als gevolg van een aantal opzettelijke acties Een persoon heeft verschillende sociale patronen - van ts, zoon, vakbondslid, voertuigbestuurder, afdelingshoofd - gebruikt indien nodig.