Bij het meemaken van het verlies van een dierbare wordt een copingmechanisme geactiveerd, in de psychologie bekend als het 'werk van verdriet'. Het verlies wordt geacht te zijn ervaren na het succesvol doorlopen van alle fasen.
instructies:
Stap 1
In alle stadia van rouw vinden absoluut normale processen plaats. U moet hun kenmerken kennen om het pathologische verloop op tijd op te merken. Soms ontstaat rouw door vast te zitten in een van de fasen.
Stap 2
De eerste fase is shock, die ongeveer 9 dagen duurt. Een persoon weigert het feit van verlies te accepteren, omdat zijn bewustzijn te traumatisch is voor de psyche. Tegelijkertijd wordt het eenvoudigste verdedigingsmechanisme geactiveerd - ontkenning, wat meer kenmerkend is voor de kindertijd.
Stap 3
De manifestatie van shock kan zowel een toestand van gevoelloosheid als een kieskeurige onderdompeling in activiteit zijn. In dit geval is depersonalisatie mogelijk als scheiding van het eigen ik. Dit alles verwijst naar normale reacties, anders zou een persoon gewoon gek worden.
Stap 4
Tijdens deze periode is het raadzaam om iemand niet alleen te laten, omdat hij zelfmoordgedachten kan hebben. Hij heeft nu geen diepzinnige filosofische gesprekken nodig, hij heeft de aanwezigheid van dierbaren en fysiek contact met hen nodig. Tijdens deze periode moet een persoon huilen, als hij veel huilt - dit is goed.
Stap 5
Als de persoon stijf is en niet reageert, probeer hem dan te helpen huilen. Een begrafenis is de laatste kans om een overleden persoon te zien, en snikken is een must. Andere mensen moeten de kist niet weghalen en proberen de begrafenis te bespoedigen.
Stap 6
De tweede fase is relevant tot 40 dagen en wordt ontkenning genoemd, deze keer vindt ontkenning plaats in het onbewuste deel van de psyche. Formeel heeft een persoon zich al gerealiseerd, maar diep van binnen - nee. Om deze reden kan hij hopelijk wachten op de stappen van de overledene, met hem dromen.
Stap 7
Als er geen enkele droom is met de overledene, duidt dit op een pathologisch verloop van de fase van ontkenning. In deze periode huilt de nabestaanden vaak, maar niet constant. Hij leidt gesprekken over de overledene, waar je alleen maar goed naar moet luisteren.
Stap 8
De volgende fase is een geleidelijke acceptatie van het verlies, dat pijn veroorzaakt. Een persoon worstelt met zichzelf, probeert zijn toestand onder controle te houden. Maar het lukt niet altijd en op zulke momenten wordt het ineens erg.
Stap 9
Vaak zijn er gedachten aan zelfbeschuldiging, agressie tegen de overledene, spijt over de bestaande mogelijkheid om iets in zijn leven te veranderen en te verbeteren. Dergelijke gedachten zouden een persoon niet voor een lange tijd in bezit moeten nemen, maar moeten worden doorleefd. Deze periode duurt normaal gesproken maximaal zes maanden.
Stap 10
Er zijn steeds minder tranen, een mens leert emoties te onderdrukken en verder te gaan. Soms begint hij de uitvoering van taken van de overledene op zich te nemen. Dromen met de overledene komen nog steeds, maar in deze dromen verschijnt hij in een andere wereld.
Stap 11
In de volgende fase treedt pijnverlichting op, deze duurt maximaal een jaar. Verlies wordt geaccepteerd, het leven wordt beter. Men krijgt de indruk dat de persoon zijn verdriet volledig onder de knie heeft.
Stap 12
In de laatste fase worden alle voorgaande herhaald in een milde vorm, maar de persoon reageert niet meer zo scherp. Een golf van schuldgevoelens is mogelijk. Aan het einde van het tweede jaar komt het rouwproces tot een logisch einde.